Oude IJsseltocht 3 oktober 2009
Veel wisten we niet van de Oude IJssel. We hadden ons ingeschreven voor deze toertocht op 3 oktober en gingen het avontuur tegemoet. Dat de weersvoorspellingen allesbehalve goed waren, mocht de pret niet drukken. Onder Peggy’s bezielende leiding en met Marcels steun vertrokken in totaal 13 Isala-leden met drie boten naar Laag-Keppel.
De Oude IJssel ontspringt in Duitsland onder de naam Issel en mondt bij Doesburg in de IJssel uit. De Oude IJssel (75 km lang) is in het verleden een zijtak van de Rijn geweest. Vroeger lag de Oude IJssel zuidwestelijk van de huidige rivier, ze heeft zich geleidelijk in noordoostelijke richting verplaatst. In het gebied ten westen van de Oude IJssel vindt men nog diverse restanten van oude rivierlopen. Daardoor bestaat de grondsoort hier voornamelijk uit rivierklei. Aan de noord- en oostzijde bevinden zich zandige rivierduinen. De Oude IJssel voert tegenwoordig vooral regenwater uit het stroomgebied in Duitsland en de Achterhoek af. In het verleden werd er ook wel Rijnwater afgevoerd, als de Rijn in Duitsland buiten zijn oevers trad. Daarbij werd dan op Duits grondgebied een verbinding gevormd tussen Rijn en Oude IJssel. In onze Isala-vloot vanuit Laag-Keppel richting Doetinchem varend zagen we meteen een kasteel liggen. Dit kasteel Keppel wordt nog steeds bewoond. Het schijnt schitterend ingericht te zijn, maar is helaas in principe niet te bezichtigen. Soms zijn er echter speciale rondleidingen, georganiseerd door een kastelenvereniging.
Het eerste kasteel van de Heren van Keppel lag waarschijnlijk enkele kilometers westelijker aan de Oude IJssel. De oorspronkelijke plaats wordt het Hommeke genoemd, maar veel is er niet bekend over dit middeleeuws kasteel, want alle grondsporen zijn verdwenen. Een voorloper van het huidige kasteel Keppel werd gebouwd in het begin van de veertiende eeuw, kort nadat de Keppelse erfdochter trouwde met Roderick van Voorst, waardoor alle Keppelse goederen in het geslacht Van Voorst kwamen. Een zoon van dit echtpaar, Sweder van Voorst, kwam in een ernstig conflict met de bisschop van Utrecht. Na een beleg in 1362 van enkele maanden slaagden de troepen van de bisschop erin kasteel Keppel te verwoesten. En deze verwoesting van het kasteel was niet de laatste. Maar steeds werd het kasteel weer opgebouwd. Kasteel Keppel is nu een vrijwel vierkant gebouw met restanten uit verschillende eeuwen. Na de familie Van Voorst kwam het kasteel Keppel in handen van de Van Rechterens. Door het huwelijk van de oudste dochter van Frederik van Rechteren, Elisabeth, met Johan van Pallandt, werd deze laatste familie eigenaar van het kasteel. En dat bleef zo tot 1962. Om de toekomst van kasteel en park veilig te stellen werd het landgoed in 1962 ondergebracht in de Pallandt van Keppelstichting.
Kasteel Keppel wordt nog steeds particulier bewoond door afstammelingen van de oorspronkelijke eigenaren Van Voorst-Van Keppel. Het lijkt een sprookje, maar blijkens een artikel in een ochtendblad, moeten de huidige bewoners de handen uit de mouwen steken, om het kasteel en het omringende park in goede conditie te houden.
Op de andere oever, een eindje verderop, bij de samenvloeiing van de Oude IJssel en het Waalse Water, ontwaarden we een uiterst schilderachtig geheel bestaande uit een toren en een woonhuis. De toren dateert uit circa 1500, terwijl het huis in 1957 in18de eeuwse stijl werd opgetrokken. Deze particuliere buitenplaats heet de Kemnade, een naam die is afgeleid van het Latijnse camera caminata, d.w.z. een stenen kamer met stookplaats.
De Pannekoekenboot bereikten we al na een half uur varen. Omdat we door Jac om 8.30 uur in het clubhuis getrakteerd waren op een geweldig lekkere kruidkoek, was het niet erg dat deze uitspanning gesloten bleek.
Cultuurhistorisch gezien hadden we de hoogtepunten van onze tocht wel gehad. We belandden nu eerst in een mooie buitenwijk van Doetinchem en vervolgens in het industrieel erfgoed. Want die leegstaande fabrieken met kapot gegooide ramen belichaamden ooit Nederlands trots: hier aan de Oude IJssel is onze ijzerindustrie ontstaan. De ijzergieterijen van o.a. DRU en Vulcanus waren de voorlopers van onze hoogovens in IJmuiden. De ijzerindustrie ontstond hier omdat er gebruik kon worden gemaakt van de ijzeroer die hier in de grond zit en de rivier als transportkanaal.
We ploeterden voort met sterke wind tegen en zagen langs deze meanderende rivier nog vele fraaie optrekjes waar we best een kopje koffie hadden willen drinken. We passeerden de A18 en werden door de sluis bij Gaanderen gedwongen te keren. We roeiden dezelfde weg terug die toch anders was en we genoten van het onbekende landschap. In Doetinchem legden we aan bij WSV De Ank, waar net de steiger voor ons werd schoongemaakt. De Ank had jaarlijkse klusdag en terwijl wij een bekertje koffie (oh, wie heeft dat betaald?!) namen zaten de klussers gezellig aan het bier. Voor windkracht 5 echt de kop opstak, bereikten wij weer ons punt van vertrek.
We laadden de boten op de wagen en Peggy ging ons voor naar Hummelo, geboorteplaats van Klaas-Jan Huntelaar en Bennie Jolink, maar vooral bekend om De Gouden Karper. Dit hotel-restaurant had geen plek voor ons (of wilde ons niet herbergen vanwege ons sporttenue of onze geur?) en we weken uit naar ’t Hart van Hummelo, waar iedereen volledig aan z’n trekken kwam en tevreden kon terugkeren naar Isala. We waren het er allemaal over eens: het was een bijzonder geslaagde dag!
Conny van Manen