Ooit een snip gezien? De meeste mensen zullen daar 'nee' op antwoorden. En daar is de snip tevreden mee, want het is een schuwe vogel die graag op z'n schutkleur vertrouwt.
Er zijn diverse soorten, maar in ons land komen vooral watersnip en houtsnip voor. Van deze kies ik de watersnip, want dat is een moerasvogel, terwijl de houtsnip een bosvogel is. Onze wedstrijdskiff Snip zal dus wel naar de watersnip vernoemd zijn. Hoewel ... het meest kenmerkende van een watersnip is z'n vreemde manier van vliegen: een paar slagen overhangend naar links, een paar slagen op rechts, dus niet iets dat je roeiend na moet doen. Apart is ook dat hij nauwelijks roept. Als het mannetje in het voorjaar aan rivalen en vrouwtjes wil laten weten dat-ie er is, maakt hij duikvluchten waarbij hij zijn staartveren spreidt; de wind door de veren produceert een mekkerend geluid.
De snip is genoemd naar z'n snavel. Hij heeft een buitenproportioneel lang en gevoelig exemplaar, dat hij gebruikt om op de tast allerlei diertjes uit zachte bodem te peuren. Hij leeft in drassige weilanden en moerassen en wordt dan ook niet blij van de ontwatering die het Nederlandse landschap ondergaan heeft. Tsja, de zwaarste mestinjecteur moet al in maart overal het land op kunnen, tenslotte. De laatste vijftig jaar is het aantal broedparen zodoende met 90% afgenomen: van tienduizend naar hooguit duizend, die vooral in Friesland, Drenthe en de kop van Overijssel broeden. In de uiterwaarden zal hier en daar ook nog een paartje te vinden zijn.
Toch kan hij heel talrijk zijn, met name in september als de Noord- en Oost-Europese vogels doortrekken op weg naar hun winterverblijf in Zuid-Europa. Dan kan het gebeuren dat je door een weiland loopt en om de haverklap opgeschrikt wordt door alweer een watersnip die je niet gezien had en die vlak voor je uit de slootkant opvliegt. Ook dat is gedrag dat de roeiers in de Snip maar niet moeten overnemen ...
Als illustratie bij dit stukje kies ik natuurlijk voor de beroemdste afbeelding van een watersnip: die van Oxenaar, op het biljet van honderd gulden uit 1981.
(Tekst Willem Drok en illustratie Ton de Haas)